Knoflook is, net zoals peper, één van de belangrijkste smaakmakers in de Europese keuken. Dat knoflook een eigen saus heeft, naar analogie met de pepersaus, is dan ook de logica zelve. Knoflook heeft echter geen sterke emulgerende eigenschappen, waardoor de originele aïoli zich moeilijk laat binden, zeker op industriële schaal én met een lange houdbaarheid in het achterhoofd. In veel gevallen herken je een huisgemaakte aïoli dan ook aan de wat lobbige structuur. Om knoflook en olijfolie beter te doen binden, deden de Fransen beroep op emulgatoren zoals eigeel. Zodra die binding gemaakt is, spreken we in het Nederlands dan ook van een Looksaus. Dit is de looksaus zoals die in West-Europa het vaakst op de markt verschijnt en toegepast wordt op broodjes, pita, kebab, shoarma, dürüm etc. In het Frans lopen de vertalingen ‘Aïoli’ en ‘Sauce à l’ail’ dan weer een beetje door elkaar.
Op het eerste zicht heeft een geëmulgeerde Looksaus veel weg van een mayonaise. De reden daarvoor ligt natuurlijk in de gelijkaardige kleur en structuur. Toch gaat die vergelijking in geen geval op. Een looksaus mag dan wel geëmulgeerd worden met eigeel, toch ligt dat eigeelgehalte met 3,1% bij Pauwels veel lager dan bij mayonaise (+5%). Ook de smaak van de gebruikte olie en vooral het oliegehalte is over het algemeen verschillend. De Looksaus van Pauwels kent een koolzaadoliegehalte van 35%, waar een traditionele mayonaise voor 80% uit olie bestaat: een wereld van verschil. Een mayonaise is bovendien geler van kleur, terwijl looksaus door het lagere vetgehalte witter is. Het belangrijkste verschil zit natuurlijk in de smaak door 1,2% pure knoflook en 0,65% knoflookpoeder. In de Looksaus van Pauwels zit ook 0,2% peterselie. Daarvan wordt gezegd dat dit kruid de nadelige werking van knoflook op de adem tegen gaat, al is peterselie in hoofdzaak toegevoegd aan het receptuur omwille van de smaak en het kleuraccent.